Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 4 min

Het hoefijzermodel en platlanders

Het hoefijzermodel

Ze zeggen wel eens dat uitersten elkaar raken. Dat is ook de kern van het hoefijzermodel: extreem-links en extreem-rechts lijken meer op elkaar dan dat de op het gematigde midden lijken. Het hoefijzermodel wordt toegeschreven aan Jean-Pierre Faye. Vaak zie je bijvoorbeeld dat zulke uitersten een nogal totalitaire staat willen om hun utopistische ideeën af te kunnen dwingen: de mensheid moet gedwongen worden gelukkig te worden.

Het politieke spectrum als een hoefijzer.

Bron: Wikipedia Commons)

Drie simpele voorbeelden:

Behalve de standpunten zijn er ook overeenkomsten in het type mens: afwijkend van het gemiddelde, tegen de gevestigde orde, kortom meer avontuurlijk, minder conformerend en helaas vaak ook minder productief. Maar dat hoort er natuurlijk bij als je het stempel “extremist” opgeplakt krijgt. En wat is nu eigenlijk extremisme? Kortom, mensen die flink afwijkende (eigen?) meningen verdedigen zouden qua psychisch profiel wel eens op elkaar kunnen lijken, ook al verschillen hun standpunten fors. Ook voor de samenleving is het verschil tussen de verschillende soorten extremisme niet bijster interessant: het zijn immers allemaal bedreigingen voor de status quo, voor de homeostase.

Hoe handig ’t model ook is, ik heb er toch bezwaar tegen. Om dat te begrijpen moet je eerst iets snappen over Platland.

Platlanders (intermezzo)

Door Edwin Abbott Abbott werd in 1984 het boekje Flatland: A Romance of Many Dimensions geschreven. Het gaat over mensen die in een twee-dimensionale wereld leven en in contact komen met wezens in een drie-dimensionale wereld. Met zo’n extra dimensie is de wereld ineens een stuk groter en zijn er ineens veel meer mogelijkheden!

From Goomi’s Unspeakable Vault, which is inspired by Lovecraft’s Ctulhu mythos.)

Bron: Unspeakable Vault 98: 2D/3D

Mijn wiskundeleraar op het Lyceum legde dat ook wel eens anders uit: “Stel dat engelen door een andere dimensie kunnen reizen. Dan is het heel goed verklaarbaar dat ze ineens ergens kunnen verschijnen en een moment later weer aan de andere kant van de wereld kunnen zijn.”

Ah, dat is de kern als er een dimensie bijkomt: wat in de wereld met n dimensies een grote afstand is, kan in een wereld met n+1 dimensies een heel korte afstand zijn.

Politieke dimensies

Het hoefijzermodel is ontstaan als reactie op ongerijmdheden in het twee-dimensionale links-rechts model. Als je alle partijen op een lijn zet, van links naar rechts, waarom hebben partijen aan de linker- en rechterkant dan toch zoveel overeenkomsten? Het hoefijzermodel buigt de lijn gewoon om, en zegt dan: ha, extreem-links en extreem-rechts liggen dicht bij elkaar! Maar eigenlijk voeg je dan gewoon een dimensie toe: van één-dimensionaal ga je naar twee-dimensionaal.

Maar dat kun je ook “netjes” doen. Er zijn veel twee-dimensionale politieke modellen, waarbij bijv. op de ene as een economische links-rechts dimensie gezet wordt, en op een andere as een religieuze modern vs. conservatief dimensie staat. Er zijn ook modellen met nog meer dimensies. Zie voor een inleiding bijvoorbeeld mijn scriptie over het EPD.

Als je het netjes doet kun je er gemakkelijker mee rekenen, vergelijken, en adviseren. Daarom gebruikt het Kieskompas een model met twee assen. Als je in beeld wilt brengen dat mensen die uiterst links of uiterst rechts denken vaak gedeelde psychische, avontuurlijke en non-conformistische elementen delen, dan kun je dat met een extra as modelleren.

Het nadeel? Multi-dimensionaal denken is moeilijk en vaak onnatuurlijk. Van nature delen we mensen in twee kampen in. En als de meeste mensen dat doen, dan is een één-dimensionaal model natuurlijk niet eens zo’n gekke afspiegeling van de sociaal geconstrueerde werkelijkheid.

Tenslotte…

Na alle praat over “extremisten” nog wat wijze woorden van Robert M. Pirsig, bekend geworden van zijn boek “Zen en de Kunst van het Motoronderhoud”. Deze quotes komen uit het vervolg daarop, “Lila: An Inquiry into Morals”.

It’s not the “nice” guy who brings about real social change. “Nice” guys look nice because they’re conforming. It’s the “bad” guys, who only look nice a hundred years later, that are the real Dynamic force in social evolution.

Morality is not a simple set of rules. It’s a very complex struggle of conflicting patterns of values. This conflict is the residue of evolution. As new patters evolve they come into conflict with old ones. Each stage of evolution creates in its wake a wash of problems.

— Pirsig, Robert M., Lila. An inquiry into morals. New York (Bantam Books) 1991, 161–163


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.