Furor Teutonicus blog | over | volg | teuto | lyme | archief | doneer | todo
🕰️
  ⬩  
✍️ Evert Mouw
  ⬩  
⏱️ 6 min

Twee Engelse auteurs over Noorse goden: Nigel Frith en Douglas Adams

In Engeland houden ze van hun geschiedenis, van Beowulf, en dus ook hun geschiedenis van de Vikings in Engeland. In York is er een leuk toeristisch en informatief Vikingcentruk, Jorvik. Zeker de moeite waard als je ooit in York komt!

Ook Engelse auteurs hebben zich laten inspireren door de mythische goden uit het hoge Noorden. Onlangs heb ik er twee van gelezen. Beide kreeg ik ze van m’n vriendin, die mijn smaak goed kent 🙂

Hieronder een korte inleiding voor als je deze leuke boeken ook wilt lezen.

De Engels-Germaanse goden en de Noorse variant

Opvallend is dat beide auteurs de goden in een Scandinavische context plaatsen. Odin en Thor worden vooral als Noorse goden neergezet. Dat is een beetje vreemd, omdat Engeland precies dezelfde goden ook op eigen bodem had. De Noorse stammen zijn enkel de Scandinavische takken van de Germaanse stammen. Ze deelden grotendeels dezelfde taal, cultuur, mythen, religie en rechtspraak.

In Engeland zaten de Angelen (waar Engeland zijn naam aan ontleend heeft), de Saksen, de Juten, en de Friezen. Al die stammen aanbaden Wodan (Wotan, Woden, Oden, Odin – Wodansdag, woensdag, Wednesday) en Donar (Donder, Thur, Thor, Thunar – donderdag, Thursday). Meer daarover kun je lezen op Wikipedia, onder de lemma’s Anglo-Saxon England en Anglo-Saxon paganism.

Dus waarom hebben deze Engelse auteurs het niet over de Angelsaksische goden? Ik denk dat daarvoor meerdere redenen kunnen bestaan:

Een zwakke Odin

Beide auteurs schilderen Odin af als een verzwakte, besluiteloze, oude God, die gebukt gaat onder een deprimerende kennis van het Noodlot.

Dat is niet de Noorse Odin van de oude verhalen. En toch ook wel. Odin (Wodan) is een lastig te “vangen” figuur. Het is een complexe god. De bekende psycholoog Jung heeft een interessant essay geschreven over Wodan – misschien schrijf ik daar later nog meer een stukje over. Maar wat moet je met een god die zichzelf aan de wereldboom liet spijkeren en een oog opofferde om wijsheid te krijgen? Een god die zal sterven in de eindstrijd, maar wiens leiding toch zal leiden tot de overwinning van zijn godengeslacht? Een god die overal zwerft, vermomd, ontelbare namen heeft, god is van zowel dood als poëzie? De beide Engelse auteurs hebben er een figuur van gemaakt die zwak is, besluiteloos wordt van alle kennis die hij heeft van wat komen gaat. Deze Engelsen zien meer in Thor, een krachtige (soms wat domme) geweldenaar.

Daarmee missen ze de essentie van Odin (Wodan). En dat is jammer. De oude Angelsaksen begrepen Wodan als hun belangrijkste god, juist vanwege dat onvangbare, dat dualistische, dat mystieke. Zonder dat geheimzinnige, donkere element worden de Noorse goden al snel een karikatuur. Toegegeven, de oude verhalen blijven spannend, de Noorse goden blijven heldhaftig en avontuurlijk, zowel in de strijd als in de liefde, zowel in hun fouten als in hun feesten. En daarom kan ik de lezer ook beide boeken aanraden.

The Long Dark Tea-Time of the Soul – Douglas Adams

Douglas Adams - The Long Dark Tea-Time of the Soul

Douglas Adams laat Thor het volgende zeggen:

Do you know that most people hardly see me? Hardly notice me at all? It is not that we are hidden. We are here. We move among you. Your gods. You gave birth to us. You made us be what you would not dare to be yourselves.

Wij maken, wij bedenken, wij voeden de goden, zegt Douglas. En dat is vaak zo waar! Onze diepste dromen beelden we uit als goden. Jung zou zeggen dat de goden een soort archetypen zijn uit het collectieve bewustzijn. Als de goden in het Engeland van vandaag rondlopen, wat zou er dan gebeuren? Zien de mensen die goden eigenlijk wel? Passen ze nog wel in de moderne wereld? Lees het boek van Douglas Adams en je krijgt een antwoord!

Asgard – Nigel Frith

Lees vooral het boek van Nigel Frith als je een goede introductie wilt in de Noors-Germaanse mythologie.

Af en toe staat Nigel zich wat vrijheden toe. In zijn boek hebben de Vikingen hoorns op hun helmen – grote onzin, niet praktisch in de strijd, enkel een verzinsel van latere kunstenaars. En zijn Sleipner (het zes- of achtbenige paard van Wodan) kan ook door de lucht rijden, maar doet dat met vier benen en vleugels – en dat is toch iets anders dan hoe Sleipner meestal op de oude afbeeldingen staat, waar ie geen vleugels heeft en meer dan vier benen. Nigel zegt dat Balder alleen verwond kon worden door vuur, maar in de Edda is dat de maretak. Zo zijn er wat kleine dingen. Maar hij kan ook mooie beschrijvingen geven.

Nigel gebruikt de Noorse namen. Het Nederlandse “Wodan” wordt dus “Odin”. Idem voor “Sleipner” en “Sleipnir”, “Donar” en “Thor”, enzovoorts.

(Sif tegen Thor) Nu, echtgenoot, nu zie je er pas echt uit als de grootste dwaas die ooit heeft bestaan. Maar Freya heeft je zo vakkundig vermomd dat ik er niet aan twijfel dat je de reus Thiazi ermee zult misleiden, en hem zult laten denken dat je knap bent. Maar hier, neem deze buidel met zoetigheden die ik heb laten klaarmaken. Gisteravond zijn ze speciaal voor jou gekookt om je een beetje af te leiden tijdens de lange reis die voor je ligt.

Nigel Frith - Asgard

Nigel heeft een prachtig, imposant en correct beeld geschetst van de Noorse godenwereld. Hij beschrijft de goden, hun avonturen, hun gedachten, en hun werelden. Bijna alle grote mythen worden door hem in een soort groot verhaal gegoten en samengevoegd. Het taalgebruik is soms wat bombastisch, barok, overdadig; het is zo anders dan de krachtige, poëtische, korte taal van de Edda. En toch leest het boek fijn. Hij geeft zijn variant op zowel de schoonheden als de verschrikkingen van de oude sagen. Ja, ook de verschrikkingen, want om een held te zijn en avontuur te beleven moeten er ook afzichtelijke wezens zijn.

Maar toen de Asen de brug naderden, en met klepperende hoeven het midden van de boog passeerden, schoot uit een schildwachthuisje de bewaakster Mödgudur tevoorschijn, en zij was een vrouw met een afzichtelijk uiterlijk. Want het oranje skelet dat ze was stak scherp af tegen het zwarte graniet, en haar haar was rood, en stak in plukken uit haar holle schedel, en aan een stukje huid van haar ribben hingen twee slappe borsten met bungelende tepels, en de rest van haar lichaam was een lappendeken van stukken huid en kale botten.

De oude waarden en idealen komen tot leven als Nigel zijn pen gebruikt. Voor wie de oudste verhalen uit onze gebieden wil kennen is dit een mooie, toegankelijke en spannende hervertelling.


Deze blogpost werd in december 2022 overgezet van WordPress naar een methode gebaseerd op Markdown; het is mogelijk dat hierbij fouten of wijzigingen zijn ontstaan t.o.v. de originele blogpost.